« Ga terug naar het folderoverzicht
Ziekte van Pfeiffer
De ziekte van Pfeiffer wordt veroorzaakt door een virus en begint met een keelontsteking. Men klaagt over keelpijn, koorts en opgezette klieren in de hals. Bij onderzoek is te zien dat de keelamandelen opgezet zijn en een vies beslag hebben. In de hals en oksels zijn vaak grote opgezette klieren te voelen. De lever kan pijnlijk en vergroot zijn. De keelontsteking verdwijnt meestal na 1 tot 2 weken. De opgezette klieren blijven vaak langer. De moeheidklachten, die bij iedereen het meest bekend is, komen niet altijd voor. Meestal zijn in een week of 3-4 de klachten verdwenen.
De diagnose kan met bloedonderzoek bevestigd worden: antistoffen tegen het Pfeiffer virus kunnen worden aangetoond. Tegen het Pfeiffer virus is geen behandeling mogelijk. De arts zal volstaan met het geven van advies. Het meest gegeven advies is het rustig aan doen op geleide van de klachten. Andere adviezen zijn het beperken van alcohol en extra aandacht voor de voeding. Wanneer de diagnose gesteld wordt, vrezen de meesten dat ze voor maanden uitgeschakeld zijn. Dit is niet waar. Een enkeling zal er langer dan 3-4 weken durende moeheidklachten aan overhouden. Na het doormaken van de ziekte is er over het algemeen een levenslange afweer. Verspreiding van het virus gaat via het speeksel, vandaar ook de naam "kissing disease". Het is niet nodig om controles van het bloedonderzoek te verrichten. De ernst van de klachten is niet gerelateerd aan de mate van bloedafwijkingen.